Hugo Matthysen (y klinkt als ij) werd op 30 januari 1956 geboren in Ekeren, nabij Antwerpen. Op zijn elfde leerde hij tijdens een gedwongen schoolverzuim na een blindedarmoperatie zichzelf gitaarspelen, en dat is hij tot op de huidige dag blijven doen. Na voltooiing van een studie filosofie ging hij zich wijden aan muziek en tekst. Hij leverde onder meer nummers aan de bekende folk- en cabaretgroep De Nieuwe Snaar en ging al snel ook zelf zingen en spelen. Hij maakte programma’s voor de VRT en de NOS. Van 1988 tot 1998 verzorgde hij met Bart Peeters het satirische radioprogramma Het Leugenpaleis, met veel bizarre personages, gevolgd door de succesvolle tv-versie daarvan: Het Peulengaleis (1999-2005). Hij formeerde de groep Hugo Matthysen en De Bomen, waarmee hij begin jaren ’90 drie cd’s opnam, en verwisselde die in 1994 voor de formatie The Clement Peerens Explosition (CPeX), die snel populair werd door de combinatie van stevige rock en ongezouten teksten in plat Antwerps. Pas heel onlangs, begin 2023, speelde de groep haar laatste voorstelling.
Daarnaast was Matthysen actief als auteur. Hij schreef toneelstukken, filmscripts, musicals, verhalen en columns. Een belangrijk podium was en is het radio- en televisietijdschrift Humo, waaraan hij onophoudelijk geestige en bizarre bijdragen leverde. Hieronder een (bekort) voorbeeld uit aflevering 11 van 2018 – over een aantal gefingeerde politieke partijen.
DDR: Ondergrondse windmolens
Duurzaam Doordacht Ruiselede (DDR) pleit voor ondergrondse windmolens, omdat die dingen bovengronds een grote negatieve visuele impact hebben. Ze zijn groot en lelijk, met andere woorden. Bovendien knallen er nogal wat trekvogels tegenaan. Dat het onder het aardoppervlak nooit waait, is geen bezwaar. ‘Je kunt die windmolens draaiend houden met zonne-energie, dat is twéémaal winst voor het milieu,’ zegt de DDR-lijsttrekker.
CAO: Iedereen zijn eigen straatbeeld
In de meeste gemeentes wordt eindeloos gediscussieerd over hoe een straat moet worden heraangelegd. Het Comité Alternatief Oostrozebeke (CAO) zal daar komaf mee maken. Bij nieuwe wegenwerken beslist elke huiseigenaar hoe zijn straat eruit zal zien over de hele breedte van zijn perceel, tot in de helft van de rijweg. Aan de overkant beslist de overbuur. Wil de burger een fietspad, een bescheiden trottoir en asfalt? Dat kan. Heeft hij liever een sloot, of drie parkeerplaatsen? Dan is dat ook mogelijk, als het in het budget past. Voor duurdere werken zoals kasseien leggen of volwassen bomen planten zal de eigenaar zelf moeten meebetalen.
VBO: Weed voor iedereen
Gratis weed voor iedereen is het belangrijkste programmapunt van Verniet Blowen Olen (VBO). Op hun website lezen we: ‘Weed verniet moe kunne want ff allé ja ge wet wel! Ma ja, en asda ni kan, dan is da wel dikke shit, ma dan rolle we dr nog ïtje, ofwafja toch zeker. Ofni? As da dan toch niks kost? Of is da dan nog ni helist of hoe zit da eilijk?’
De laatste alinea toont Matthysens beheersing van het Antwerps-Vlaams dialect, dat hij ook heel effectief benut in zijn songs voor The Clement Peerens Explosition. Eigenlijk zou u, lezer, even een of twee YouTubefilmpjes moeten bekijken om een indruk te krijgen van het fenomeen Clement Peerens, die zingend of zingzeggend de wereld becommentarieert. Het leukst zijn Peerens’ tirades tegen de vrouwen in zijn leven, zoals onderstaand lied ‘Na is ’m vol’(Nou is-ie vol). De tekst is goed te volgen als u weet dat de Antwerpenaar in korte woordjes vaak de slot-t weglaat (Wa is da? Da is ni goe!).
NA IS ’M VOL
Wa edde nu weer gekocht, een afgrijselijk gedrocht
Een bermuda me een print van papegaaien
’t Is debiel, infantiel, het kerft in mijn ziel
En mijn maag begint ervan te draaien
Gij zegt: allez, doet da nu eens aan
Gij gaat er keigoed mee staan
Ik zeg mens houdt toch uwen teut
En ga daarna wa bleiten bij uwen therapeut
Zelfs op de gayparade doen ze zo’n ding niet rond hun reet
Ik loop nog liever in ne pamper op de Meir
Als uwe God ontdekt in wa veur vod dat ’m stekt
Dan is ’t oorlog me uw eigen geweir
Ik heb al veel van u moete verdragen
En ni alleen op menstruele dagen
Denkt maar ni da ge mij kunt paaien
Om mijn eigen te verfraaien
Met die schijtpapegaaien
Ik heb nog nooit een vrouw geslagen
Maar nu begint het stillekes te knagen
Gij zijt een brug of tien te ver gegaan
Dees is genen druppel, het is een oceaan
Na is den emmer vol, den emmer der vernedering
Na is den emmer vol, den emmer der vernedering
Hoe vol is ’m?
Tot ver over de rand!
Hoe degoutant is dat?
Megadegoutant!
Want gij, en ik zeg het heel voorzichtig
Zijt medeplichtig
Aan kinderslavernij
Dat die sukkelaars dien brol aaneen moeten naaien
Daar draagde gij vollen bak toe bij
Maar ni me mij!
Ik ben toch gene kleurenblinde hond
Dees is een oneindig affront
Zakt van schaamte deur de grond!
Na is den emmer vol, den emmer, den emmer
Na is em vol, na is em vol, den emmer, den emmer der vernedering
Op den duur zoudt ge alle papegaaien
Van de wereld de nek om willen draaien
Hugo Matthysen heeft Drs. P redelijk gekend. In sommige van zijn Nederlandse tv-programma’s (De Baanbrekers, 1984 en De Liefhebbers, 1986) was de doctorandus te gast – hij heeft zelfs enkele van Hugo’s liedteksten uitgevoerd. Matthysen zegt Drs. P altijd te hebben bewonderd, zonder hem echter slaafs na te volgen. In een interview met Wim Helsen (Humo, 2023 week 43) legt hij uit:
‘Ik herinner me een viering in Amsterdam ter gelegenheid van de 70e verjaardag van Drs. P. Ivo de Wijs, die veel met hem heeft samengewerkt, had het in zijn lofrede over de “noodzakelijke vadermoord”. Door die fase ben ik ook moeten gaan. Ik denk dat het geen kwaad kan om het loepzuivere, tot op de laatste millimeter kloppende rijmen à la Drs. P enigszins onder de knie te krijgen. Maar na een tijdje besef je dat dat geen doel op zich is, en ga je je eigen weg.’
In de liedtekstenbundel Tony, de zieke pony (Uitgeverij Vrijdag, Antwerpen 2023) staat een fraaie plagerige ode aan Drs. P, getiteld ‘Wie is die grijze heer’, geschreven op de muziek van ‘Dodenrit’. Diezelfde melodie heeft Hugo Matthysen gebruikt voor onderstaande Troika-parodie, op z’n P’s gezongen door Jan Van Gool, lid van de formatie Braem & Van Gool. Het lied is te beluisteren door hier te klikken. De tekst vindt u hieronder.
DE ZUIDPOOLEXPEDITIE
Wij zijn op expeditie in het barre Zuidpoolland
We hebben veel munitie maar iets minder proviand
Het landschap is hier prachtig, maar toch iets te desolaat
Ik hoop dat achter gindse rots een pizzatentje staat
De sledehonden zijn we al een poosje kwijtgeraakt
De brave dieren hebben ons voortreffelijk gesmaakt
De pinguïns die men op tv zo overvloedig ziet
Zijn Zuidpools en zeer voedzaam, maar hier vinden we ze niet
De expeditieleider stopt de tocht en vraagt het woord
Zijn boodschap wordt met afschuw en verbijstering aanhoord
Hij zegt: ‘’t Is bijna etenstijd, het is kwart over elf
Maar hier is niks dat eetbaar is, tenzij helaas wijzelf’
‘Wij hebben in ons midden een poëet van groot formaat’
Verklaart een geoloog die ik sindsdien hartgrondig haat
‘De dichtkunst is voor onze tocht wellicht niet essentieel’
Ik roep: ‘Cultuurbarbaren!’ en mijn hart klopt in mijn keel
Ik merk reeds hoe men likkebaardend in mijn richting kijkt
Hoe eens te meer de dichtkunst voor de grove driften wijkt
Ik zie dat het zeer nuttig is dat ik me goed verweer
Ik stel dat ik de oudste ben en vast zo taai als leer
Ik tracht hen te bedaren met een vers dat ik citeer:
‘Een schalkaard had…’ ik haper, ach hoe was het ook alweer?
‘Egidius, de zee klotst voort in Sneek en in Cadzand’
Maar ja, men slijpt al messen, het is vast niet interessant
Men acht mij unaniem geschikt voor deze nieuwe taak
Want heel mijn oeuvre is getuige van mijn goede smaak
Ach, was ik maar zo smakeloos als Nijgh of Dorrestein
Dan zou mijn toekomstperspectief wellicht iets beter zijn
Dank u voor die sigaar
Een humanitair gebaar
Ik ben in groot gevaar
Men ziet mij als voedingswaar
Dit is een abattoir
Is de dichter nog niet gaar
Had ik een kandelaar
Dan sloeg ik hen in elkaar
Grijzend haar, geen bezwaar
Was ik maar op Zanzibar
Dit wordt echt heel erg naar
Heren! Toch niet met een schaar!