Afl. 5 – Bijstand
Door Jaap Bakker
Een van de leuke dingen van levende talen is dat ze homoniemen bevatten: woorden met totaal verschillende betekenissen maar met dezelfde geschreven vorm. Denk aan het woord ‘veer’, dat we aantreffen in sterk uiteenlopende contexten zoals veerpont, veerkracht, veertien, struisveer, ongeveer.
Homonymie nodigt uit tot taalspel. Cryptogrammenmakers zijn er dol op, maar light verse-dichters laten zich er ook graag door inspireren. Drs. P heeft een virtuoos staaltje laten zien in een versvorm die hij bijstand heeft gedoopt.
Uitgangspunt is een samengesteld woord, zoals bij/stand, dat optreedt in de middelste regel van het gedicht. De regels daarboven bevatten elk het eerste element (bij), de regels eronder het tweede element (stand). In het prototype treden uitdrukkingen op als ‘nijver als een bij’ en ‘daar komt dan nog een ander bij te staan’, en in de tweede helft ‘stand van zaken’ en ‘kwam er iets tot stand’.De versvorm is relatief laat geïntroduceerd; hij staat in het alleraardigste boekje Boeiende lectuur (1994). Drs. P schrijft erover: ‘Het is gewoon rederijkerij, en de aanblik zal vormvrije, hermetische dichters hartkrampen en maagklachten bezorgen, misschien ook (je kunt nooit weten) een ernstige huidaandoening.’ Navolgers doet hij alvast wat suggesties aan de hand voor het centrale woord: mijn/streek, weer/licht, was/zak, voet/stuk en nog zo wat. De prikkelende voorbeelden ten spijt heeft Drs. P geen andere bijstanden geschreven dan het oergedicht en het onderstaande, zeer genietbare vers. Let ook op het dubbelsymmetrische rijmschema abcbabcba.