Afl. 6 – Ballade
Door Jaap Bakker
‘Ballade’ is in zijn algemeenheid de benaming voor een langer verhalend of beschouwend gedicht. In licht letterland wordt de term gebruikt als verkorting van ‘rederijkersballade’, een versvorm die bestaat uit drie coupletten van acht regels en één van vier. Het rijmschema is ababbcbC (3x) + bcbC, waarbij C staat voor de refreinregel, die viermaal in identieke of bijna-identieke vorm voorkomt.
Drs. P heeft veel rederijkersballaden geschreven en hield daarbij ijzerenheinzig vast aan een voorschrift uit de Angelsaksische versleer, namelijk: rijk rijm is verboden. Als de balladedichter eenmaal het rijmwoord ‘zon’ heeft gebruikt, mogen rijmen als ‘gazon’, ‘verzon’ en ‘horizon’ niet meer meedoen. Het fabriceren van een ballade vergt een hoop gepuzzel omdat er zo véél rijmen nodig zijn: 6 met rijmklank a, 14 met b en 5 met c. Drs. P zou Drs. P niet zijn als hij niet had geprobeerd de lat voor zichzelf nog hoger te leggen, bijvoorbeeld door een ballade double te wrochten, met 6×8 + 4 regels, of een ballade birime met twee in plaats van drie rijmklanken, of een ballade monorime met… u raadt het al.
Een groot aantal van die huzarenstukjes zijn samengebracht in de bundel Flor fina (1989), geschreven voor de sigarenfabriek La Paz in Boxtel. Er staan negentien verschillende balladevarianten in, vaak heel onderhoudend en verrassend, maar eerlijk gezegd ook weleens stomvervelend. Gezien de aard van het onderwerp moest er talloze malen op ‘sigaar’ worden gerijmd; de doctorandus moet de rijmrubriek -aar zowat uit zijn hoofd hebben gekend. Dat kwam hem goed van pas bij het vervaardigen van de ballade ‘L’art pour l’art’ die ons werd toegestuurd door Pim Dinghs, een Brusselse bibliothecaris die bij toeval een programmaboekje vond van de Tweede Biënnale van Kunstscholen in Europa (Antwerpen, 17-21 mei 1989). Op de laatste dag, een zondag, trad Drs. P ’s middags op met een speciaal programma over kunsten en wetenschappen. Voor de gelegenheid had hij een lied geschreven met als tekst onderstaande ballade birime, waarin hij zijn scepsis over hedendaagse kunst niet verheelt. Het is een aardig werkstuk, uiteraard zonder rijk rijm en met de fraaie regel ‘In hoge lagen is de lucht het dunst’, die evenwel zijn betekenis nog niet heeft prijsgegeven.